Vrije politiek en burgers
Politieke partijen hebben last van een sterk dalend ledenaantal en een gering activisme van leden. De zappende kiezer wisselt steeds vaker van partij. De partijen zelf verliezen door coalitievorming hun eigen profiel of graven hun eigen graf door incidenten. Ze zijn daardoor niet meer voldoende herkenbaar voor de kiezer. Veel partijen – vooral op lokaal niveau – hebben daarom steeds meer moeite met het vinden van geschikte kandidaten.
Is vrije politiek het antwoord op de huidige politieke desinteresse? Vrije politiek is een politiek zonder partijen. Een politiek die gemaakt wordt door de inwoners zelf; open, eerlijk en gebaseerd op vertrouwen, dat is vrije politiek, aldus hun site. De suggestie die wordt gewekt is dat de huidige politieke partijen niet open en eerlijk zijn en niet (willen) luisteren naar de burger. Ik herken dat als betrokken burger niet.
Zijn partijen nu wel zo ondemocratisch of is de burger de politiek gewoon spuugzat? Dat laatste kan best waar zijn, maar dit is dezelfde politiek die de burger bij veel beleidsvoornemens betrekt. Bv. bij de omvorming van groen, de Stadsdeelvisie, subsidiebeleid enz. Bewoners c.q. verenigingen hebben de mogelijkheid om in debat te gaan met de gemeente en politici. Dat heet luisteren naar de burger. Nog los van de vraag of je van de burger mag verwachten dat hij de vaak complexe processen, wet- en regelgeving, waarvan de gemeente vaak slechts uitvoerder is, kan duiden? De burger is wel mondiger, maar is hij ook in staat een overal- view te hebben?
Ideologisch zal het de burger inderdaad een worst wezen met welke ideologisch drijfveren de groenvoorziening wordt onderhouden. Maar daar waar het gaat om de inzet van WMO-gelden, of sportvoorzieningen is een ideologische achtergrond van politieke geestverwanten bepalend voor de keuze die vooral een landelijke georiënteerde partij maakt. Zo zal ook op zijn beurt de burger, staande in het stemhokje, zijn keuze nog vaak bepalen.
Hoe gaat dat met de vrije politiek? Een partijloze gemeenteraad bestaande uit 29 individuen - ideologisch arm- die wordt aangestuurd door burgers via een website of anderszins. De begrotingsbehandeling wordt waarschijnlijk een Poolse landdag. En mag verwacht worden van de 29 individuele raadsleden dat zij de kennis in huis hebben om op alle begrotingsthema’s te acteren? De ambtelijke organisatie kan de borst nat maken en krijgt waarschijnlijk eerder meer dan minder macht in de schoot geworpen.
Ik ben het eens met raadslid Beenders. Er moet iets veranderen, alhoewel eerdere pogingen om het systeem te veranderen zijn gesneuveld of niet hebben gewerkt? Ik noem er een paar: het omvormen van vijf Randstedelijke gebieden, gemeentelijke herverdelingen en als laatste, de invoering van het duale systeem in 2001.
Dat de kiezer steeds minder past bij het stramien van politieke partijen mag duidelijk zijn. Maar ligt dat uitsluitend het partijensysteem? Onze samenleving is verweesd, ontdaan van zijn ideologische veren, ontdaan van een maatschappelijke verbondenheid. Partijen, vakbonden en kerken spelen geen rol meer. Een verademing voor sommigen, maar voor de sociale cohesie is het wel een gemis. De kiezer maakt op basis van zijn culturele en sociaaleconomisch positie een keuze, ver over de partijgrenzen heen.
De kiezer wil vooral dat het openbaar bestuur kwaliteit levert. Daarvoor is het streven naar grotere gemeenten van 80.000 – 100.000 inwoners nodig. Het levert tenslotte meer bestuurskracht op. En de honorering van bestuurders -uiteraard streng geselecteerd op basis van competenties- kan dan de benodigde kwaliteitsimpuls opleveren. Raadsleden (parttime) kunnen dan hun werk ook beter doen. En ook de kiesdrempel verhogen kan een optie zijn. Maar voorop staat de kwaliteit en competenties van de volksvertegenwoordigers en bestuurders. Dat is wat de burger wil.
Want de burger moet er op kunnen vertrouwen dat zijn belangen, in het perspectief van het groter geheel, zo goed mogelijk worden behartigd. De gekozenen moeten hun werk kunnen doen, zonder dat zij steeds achterom moeten kijken. En ik als kiezer wil niet bij iedere beslissing over een trapveldje worden lastig gevallen door mijn volksvertegenwoordiger. Vertrouwen. Net als een voetballer die wil voetballen. Daarvoor heeft hij een aantal tools nodig, hoe het bestuur van de club dat regelt boeit hem meestal niet. Bij de grootste gemene deler van de kiezer is dat niet anders. Het geeft hen rust, in de wetenschap dat het bestuur kan worden overgelaten aan een stadsbestuur dat is geselecteerd op competenties en aanspreekbaar is. Dat is voor mij vrije politiek.
Leon Bouwels
Fractiesecretaris van de VVD Weert