Volgens Rutte bestaat " de samenleving van vroeger, waarin anderen wisten wat goed was voor jou " niet meer. Mensen nemen de zaken steeds meer in eigen hand. " Niet omdat het moet, maar omdat het kan en omdat ze het willen.
Het actief burgerschap komt terug, alhoewel merendeel van de burgers al actief zijn in het doen van vrijwilligerswerk bijvoorbeeld in wijkaccommodaties, wijkraden, bij sportclubs, Scouting, in belangenorganisaties als het Platform Gehandicapten, in het verpleeghuis en niet te vergeten de grote groep van mantelzorgers.
Hema-filiaal
De vraag is of de gewenste participatiesamenleving, actief burgerschap, niet een verkapte bezuinigingsoperatie van de rijksoverheid is die vakkundig op het bordje van de gemeenten is geschoven. De gemeenten als belangrijkste overheid, dicht bij de (actieve) burger; een Hema-filiaal dat in opdracht van het hoofdkantoor dient als uitvoeringsloket.
Of wordt het eindelijk tijd dat de burger ophoudt de overheden lastig te vallen: De verwende op consumptie gerichte burger met zijn " Wij vragen, u draait " mentaliteit.
“Sociaal doe-het zelven”
Hoe werkt zo een “Sociaal doe-het zelven” in de woorden van Pieter Hilhorst.
Zijn wij burgers bereidt buiten onze eigen kerngemeenschap van verwanten en vrienden - soort zoekt nu eenmaal soort- de boodschappen te gaan doen van de buurman, of de billen te wassen van het oude vrouwtje verderop in de straat? Gaan wij zelf het wijkgebouw runnen, of de groenvoorziening in onze wijk aanpakken, enzovoort. Wordt het een plicht of is het een keuze vrijheid, en is de overheid zelf wel in staat vorm te geven aan de participatiesamenleving? De overheid wil niet meer lastig gevallen worden maar is tegelijkertijd vaak ook paternalistisch en wil gevraagd en ongevraagd toch graag de regie behouden. Durft de overheid los te laten?
Arbeidsparticipatie versus zorgparticipatie
Dezelfde overheid wil ook graag dat wij langer doorwerken en met meer mensen aan de slag gaan. Die overheid vindt ook dat de arbeidsmobiliteit omhoog moet: geen werk in Weert dan maar het werk volgen: op naar Groningen. Arbeidsmobiliteit, nulurencontract, flexibele werktijden hoe verhoudt zich dat alles tot de gewenste participatiesamenleving. En hoe verhoudt de participatiesamenleving met zijn stijgende zorgbehoefte, vergrijzing en ontvolking zich tot de keuzevrijheid van burgers. Wat betekent dat voor het gezin en andere samenlevingsvormen.
Hoe ga je dat organiseren als tweeverdiener en beiden willen (moeten) blijven werken?
Daarnaast, en in de weerwil van alle feiten, neemt de populariteit van een fulltime baan onder jongeren af (Bron: SCP). Hoogopgeleiden zijn mobieler dan laagopgeleiden; zijn ook prima in staat zelf keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen; kunnen gelijkwaardige partners zijn van gemeenten en ander instituties die een rol spelen in de participatiesamenleving. Daartegen zijn laagopgeleiden minder mobiel op de arbeidsmarkt, minder zelfredzaam en hebben niet altijd een adequaat netwerk om op terug te kunnen vallen. Deze mensen zullen vaker een beroep doen op de overheid, voor die burgers zal de overheid er moeten zijn.
Hoe dan ook vragen te over.
Cultuuromslag
Dat de burger meer verantwoordelijk wordt voor zijn eigen welzijn, zijn keuzes en zijn leefomgeving is terecht. Hoe minder overheidsbemoeienis hoe groter onze burgerlijke vrijheid.
Veel regels, verordening en overheidspaternalisme leidt tot inperking van die vrijheid. Dat zouden wij als burgers niet eens moeten willen. De participatiesamenleving is in essentie geen slecht idee, maar heeft een lange weg te gaan. Het is een cultuuromslag en zou een aanvulling kunnen zijn op onze verzorgingsstaat, op onze democratie en op onze vrijheid. Dat kan alleen met een kleinere overheid die in staat is lost te laten, slim faciliteert en de burgers blijft steunen waar deze minder competent zijn. Een participatiesamenleving is nog lang geen kunst.
Leon Bouwels